29 augustus 2019
“Huren? Dat is toch geld weggooien.” Je hoort het geregeld, maar klopt dat wel met de realiteit? We doken even in de voordelen van huren versus kopen.
De gemiddelde huurprijs van een woning of appartement schommelt rond de 600 euro per maand. Op jaarbasis geeft u als huurder dus 12 keer 600 euro of 7.200 euro uit. Doet u dat 20 jaar, dan bent u 144.000 euro armer. Voor het gemak van de berekening laten we nu wel de inflatie – het feit dat uw huur elk jaar wordt geïndexeerd volgens de toename van de levensduurte - even buiten beschouwing.
Een woning kost in deze tijden al snel 200.000 euro - of veel meer. Dat komt overeen met 200.000 euro / 600 euro of iets meer dan 333 maanden of 27 jaar en 9 maanden huurgeld.
Jonge mensen kunnen meestal geen 200.000 euro zomaar ophoesten. Een positief punt is dan wel weer dat de rente om te lenen vandaag laag is. Wie 200.000 euro op 20 jaar leent tegen een vaste rente van 1,80% moet maandelijks 991,56 euro afbetalen. Dat is dus bijna 400 euro per maand meer als wie zou huren. De lening verlengen tot 25 jaar doet het maandelijks af te betalen bedrag dalen tot 826,96 euro en brengt het verschil met het huurgeld terug tot minder dan 230 euro.
Eigenaar zijn kost dus meer dan huren. Maar wie een woning bouwde of kocht, heeft na de afbetaling natuurlijk wel een huis of een appartement in handen. Wie al die tijd huurde, staat met lege handen. In die zin is het verschil tussen kopen of huren een verschil tussen een investering of een uitgave.
Eens een huis is afbetaald, vallen de financiële lasten weg. Bij huren blijven ze voortduren. Een woning wordt dan ook gezien als de beste vorm van pensioensparen. Ze laat toe op latere leeftijd aanzienlijke sommen te besparen.
Maar er zijn ook nadelen aan het eigenaarschap. Zo moet u bij de aankoop van een onroerend goed registratierechten betalen. In Vlaanderen bedragen ze 7% voor een gezinswoning. Als ze niet meer kost dan 200.000 euro (220.000 euro in een aantal duurdere regio’s) wordt de eerste schijf van 80.000 euro vrijgesteld van de heffing, goed voor een korting van 5.600 euro.
Voorts moet u als eigenaar elk jaar onroerende voorheffing – of de grondbelasting in de volksmond –betalen en moet u opdraaien voor de noodzakelijke herstellingskosten.
Als huurder hebt u al deze lasten niet. Is er een groot defect aan de woning, dan belt u gewoon de eigenaar.
Inflatie
In de berekeningen die we daarnet uitvoerden, lieten we de inflatie buiten beschouwing. Maar ze speelt wel degelijk mee. Huurders zien hun huurprijs aangepast worden aan de stijging van de levensduurte. Hoe sterker het algemene prijspeil stijgt, hoe meer huur ze moeten betalen. Over een lange periode kan de huur aanzienlijk oplopen. Voor wie moet lenen, is inflatie dan weer goed. Het maakt toekomstige afbetalingen minder lastig om dragen. Een afbetaling van 900 euro die u over tien of twintig jaar doet, weegt veel minder door dan de 900 euro die u vandaag doet. Hoe meer inflatie, hoe groter dan voordeel. Bovendien zal de inflatie zich ook laten weerspiegelen in de evolutie van de woningprijzen.
Ten slotte zijn er nog de psychologische voordelen. Wie eigenaar is, weet zich verzekerd van een dak boven het hoofd. Hij heeft ook alles in eigen handen. Wie huurt, heeft die zekerheid niet. De huisbaas kan altijd het contract opzeggen. Een voordeel als u huurt, is dan weer dan u vlot van de ene naar de andere locatie kunt verhuizen. Dat is des te meer handig als uw gezin evolueert. Komt er iemand bij of verlaat iemand het nest? Wordt het huis te klein of te groot?
Conclusie
Samengevat: zowel voor huren als voor het kopen of bouwen valt iets te zeggen. Maar voor wie eigenaar wil worden, kan het interessant zijn om van de huidige lage intrestvoeten te profiteren om een lening af te sluiten. Een eigen woning blijft een goede investering.
.jpg)
18 juni 2019
Welke ‘Mobiscore’ krijgt jouw huis of appartement? Deze site laat het je meteen zien
De Vlaamse overheid lanceert vandaag een nieuwe tool om te berekenen hoe duurzaam jouw woning gelegen is: de Mobiscore. Iedereen met een adres in Vlaanderen kan er zijn huis of appartement opzoeken en krijgt een persoonlijke score op 10. Hoe hoger je score, hoe beter en hoe duurzamer je woning gelegen is.
De Mobiscore is een gloednieuw instrument dat aangeeft hoe goed belangrijke voorzieningen te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer te bereiken zijn vanaf een specifiek adres. Hoe ver moet je stappen tot de dichtstbijzijnde bus- of tramhalte? Is er een station in de (ruime) omgeving? Kan je met de fiets naar het postkantoor of de supermarkt? De antwoorden op al die vragen samen worden omgezet in een score op 10. De score houdt rekening met vijf categorieën: winkels en diensten zoals de post of een bank; ontspanning, sport en cultuur; onderwijs; gezondheid en zorg zoals dokters of ziekenhuizen, en openbaar vervoer.
De Mobiscore houdt enkel rekening met je locatie, en niet met de vraag of je bijvoorbeeld een energiezuinig passiefhuis hebt of niet. En ook al verplaats je je nu al altijd op een duurzame manier, je zal op een afgelegen locatie sowieso een slechte score te zien krijgen. Het gaat namelijk om de gemiddelde milieu-impact van verplaatsingen. Bedoeling is op die manier dat wie zijn woning wil verkopen of verhuren, of er net een wil kopen of huren, aan de hand van de Mobiscore snel kan bekijken hoe duurzaam de woning gelegen is.
“Minder files, luchtvervuiling, geluidsoverlast en geurhinder”
“Met de Mobiscore kun je bewust kiezen voor een nieuwe woonplaats waar je zelden of nooit een auto nodig hebt”, klinkt het bij de Vlaamse overheid. “Zo draag je bij aan minder files, luchtvervuiling, geluidsoverlast en geurhinder. Je kunt je mobiliteitsimpact verkleinen door je woonplaats strategisch te kiezen – vlak bij voorzieningen en goed bereikbaar te voet en met de fiets.”
De nieuwe tool is voor alle duidelijkheid geen fiscaal instrument en is er louter ter informatie voor de Vlaming. Er is geen enkel financieel gevolg aan gekoppeld en niemand is verplicht ze te gebruiken. Maar mogelijk zal ze in de praktijk en op termijn wel gevolgen hebben voor wie bijvoorbeeld zijn woning wil verkopen. Ook het energieprestatiecertificaat EPC, dat in een oogopslag laat zien hoe energiezuinig een woning is, was bij de invoering weinig bekend, maar heeft volgens makelaars ondertussen toch een behoorlijke impact op het koopgedrag van de Vlaming. Mogelijk zal de Mobiscore dezelfde weg opgaan.
Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck is in elk geval blij met de Mobiscore, zegt hij aan De Standaard. “Onze verplaatsingen vertegenwoordigen 40 procent van alle CO2-uitstoot door individuen. De impact van slecht gelegen woningen op onze voetafdruk is enorm. De uitstoot van een gezin dat in een ecologische-passiefwoning op de buiten woont, is groter dan die van een gezin in een 19de-eeuwse, slecht geïsoleerde rijwoning in de stad, enkel en alleen door de vele verplaatsingen die zij met de auto afleggen.”
Bron: De Standaard en HLN
.jpg)
27 mei 2019
Ongezien: huurprijzen appartement voor het eerst boven 700 euro
Niet alleen zijn de huurprijzen van Vlaamse woningen opnieuw gestegen, voor het eerst rondt de gemiddelde verhuurprijs van een appartement de kaap van 700 euro. Dat blijkt volgens bouwsite Livios uit de Huurbarometer van de Confederatie van Immobiliënberoepen Vlaanderen (CIB).
Op één jaar tijd steeg de gemiddelde maandelijkse huurprijs van een Vlaamse woning met ongeveer veertien euro. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Vlaamse huurdersbonden van 2018. Op basis van 17.866 klantendossiers bedroeg de huurprijs vorig jaar gemiddeld 614,11 euro. Volgens de CIB-Huurbarometer ligt de gemiddelde verhuurprijs van recent afgesloten contracten nog een pak hoger: voor het eerst overschrijden appartementen de kaap van 700 euro.
Locatie belangrijkst
De meest bepalende factor voor je huurprijs? De plaats waar je wil wonen. Vlaams-Brabant blijft de duurste provincie: je betaalt er gemiddeld 655,83 euro per maand om een woning of appartement te huren. Huur je in Oost-Vlaanderen? Dan kost je dat gemiddeld 642,28 euro per maand. Daarna volgen Antwerpen met 608,14 euro en Limburg met 592,44 euro per maand. In West-Vlaanderen blijven de huurprijzen met 581,2 euro het laagst. Ook de woningsoort speelt een rol. De gemiddelde huurprijs van een appartement steeg in 2018 tot 606,31 euro, die van een rijwoning tot 648,43 euro en die van een studio tot 443,1 euro.
Recente contracten nog duurder
Sloot je vorig jaar een nieuw huurcontract af? Dan betaal je volgens de eerste CIB-Huurbarometer van 2018 gemiddeld zelfs nog meer: ongeveer 736 euro per maand. Daarbij overschreed de gemiddelde huurprijs van een appartement voor het eerst de grens van 700 euro. Voor een villa betaal je gemiddeld 1.652 euro per maand, een vrijstaande woning kost je 946 euro. Halfopen bebouwingen en rijhuizen zijn wat goedkoper. Twee derde van alle nieuw verhuurde woningen in 2018 waren appartementen.
Drie op tien huurders kan niet menswaardig leven
Uit een onderzoek van Steunpunt Wonen blijkt dat de helft van de private huurders meer dan een derde van zijn inkomen aan huur besteedt. Ook houden drie op de tien huurders na het betalen van de huurprijs niet genoeg geld over om menswaardig deel te nemen aan de samenleving. De Vlaamse huurdersbond vreest dat de situatie zal uitmonden in een ‘wooncatastrofe’. De bond maant de volgende Vlaamse regering aan de lange wachtlijsten voor sociale woningen aan te pakken, de huursubsidie aan te passen en premies te bieden aan verhuurders die betaalbaar en kwaliteitsvol verhuren aan mensen uit een kwetsbare bevolkingsgroep.
Bron: HLN.be
_________________________________________________________________________________________
24 februari 2019
Welk startkapitaal heeft u nodig voor de aankoop van een woning?
U wenst een eigen woning te kopen? Dan kunt u uiteraard lenen, maar u heeft best ook zelf wat spaargeld achter de hand. Met de volgende richtlijnen zal u aan de aankoop van een eerste woning alvast geen financiële kater overhouden.
Eigen kapitaal: wat hebt u nodig?
Na een daling in de lente, heeft het consumentenvertrouwen tijdens de warme zomerperiode een boost gekregen, zo blijkt uit de cijfers van de Nationale Bank. En daarmee wakkert de zin om een eigen huis te kopen bij veel mensen opnieuw aan.
In elk geval beschikt u best over een bepaald startkapitaal om een woning te kopen. Dat verlaagt de maandelijkse leninglast, en zorgt ook dat u meer kans maakt op een lening tout court. Zoals u weet, zijn banken in deze tijden echt niet meer happig om om u de volledige aankoopprijs van een woning te lenen.
Ja, u vindt ongetwijfeld voorbeelden van mensen met een minder groot startkapitaal, maar als algemene regel geldt: u maakt de grootste kans op een aantrekkelijke lening bij de bank als u circa 20% van de waarde van de woning zelf inbrengt. Hoger mag natuurlijk ook - maar zorg ervoor dat u nog wat spaargeld overhoudt voor onverwachte financiële tegenslagen.
Vergeet de extra kosten niet
Vergeet verder niet dat er bij de aankoop van een woning administratie- en notariskosten te betalen zijn. Meestal worden die niet gedekt door uw lening, dus ook dat bedrag moet u zelf voorzien.
Onderschat daarnaast ook niet de vele andere kosten die de aankoop van een woning en een verhuis met zich meebrengen. En iets wat mensen die tot nu toe huurder zich misschien niet realiseren: de terugkerende kosten liggen bij een eigen huis vaak hoger liggen dan bij een gehuurd appartement. Denk bijvoorbeeld aan verzekeringspremies, onroerende voorheffing en kosten voor gas en elektriciteit. Dergelijke kosten liggen uiteraard lager bij een meer bescheiden woning.
Hoeveel kunt u maandelijks afbetalen?
Een goede inschatting van het juiste startkapitaal is het beste begin. Daarnaast moet u goed weten wat u maandelijks kan afbetalen. Ook hier is een vaste regel: u gebruikt best maximum maar een derde van uw volledige inkomen om een woonlening, inclusief de interesten, terug te betalen.
De praktijk toont dat we in België best stevige afbetalingen hebben. Zo verklaart een Belg op vier 600 tot 800 euro per maand aanvaardbaar te vinden als afbetaling. Maar er zijn wel 15% - vooral jongere - mensen die maandelijks meer dan 1.100 euro afbetalen. Dat blijkt uit het jaarlijkse trendrapport van de woningmarkt van bouwonderneming Blavier.
U weet natuurlijk best wat u en uw gezin maandelijks aankunnen. Als we u nog een tip mogen geven: breng ook de verwachte kosten mee in de berekening. Als u die bij uw lening optelt, is het ideaal als er maandelijks nog wat overblijft voor onverwachte uitgaven.
Hoelang betaalt u af?
Vervolgens kan u beslissen of u uw lening over 15, 20, 25, 30 jaar spreidt. Er zijn zelfs banken die een lening op 40 jaar toestaan, maar dan kijkt u op torenhoge interesten.
Hebt u eigenlijk voldoende geld opzij om veel sneller een lening af te betalen? Mooi, maar toch wordt aangeraden om minstens 10 jaar looptijd te kiezen. Alleen dan ontvangt u een belastingvoordeel in de vorm van de woonbonus.
Die laat toe om de uitgaven voor uw hypothecaire lening in rekening te brengen voor een basisbedrag van 1.520 euro, tegen een percentage van 40%, verhoogd met 760 euro tijdens de eerste 10 jaar.
Dat betekent dat u tijdens de eerste 10 jaar een voordeel van 912 euro (40% van 2.280 euro) – of 1.824 per gehuwd of samenwonend koppel – kunt opstrijken als het om uw enige woning gaat. Het zou zonde zijn om dat voordeel tijdens uw leenperiode te laten liggen.
Bron: Spaargids.be
12 februari 2019
U wilt een huis kopen, maar u hebt niet veel spaargeld? Zo pakt u dat aan

De rente staat historisch laag. Ideaal dus om te lenen voor de aankoop van een woning. Maar wat als u maar weinig middelen hebt voor een substantiële eigen inbreng en de bank de woning dus (bijna) volledig moet financieren? Krijgt u dan wel een krediet? Of zijn er alternatieven?
Een veelgehoorde stelling is dat banken maar voor 80 procent van de waarde van de woning nog krediet willen geven. De overige 20 procent moet u zelf aanbrengen.
Gelukkig is het in de praktijk echt niet zo zwart-wit. Banken kunnen voor meer dan 80 procent van de waarde van woning een lening toestaan, alleen moeten ze in dat geval zelf in extra buffers voorzien om te vermijden dat ze in de problemen komen als de kredietnemers hun leningen niet meer afbetalen. Dat ligt anders bij iemand die maar een deel leent. Een gedwongen verkoop van de woning levert dan meestal genoeg om het resterende bedrag van de lening volledig te kunnen recupereren.
Banken lenen bijgevolg meer uit als ze voor hun extra risico ook worden gecompenseerd. In de praktijk gebeurt dat door een hogere rente, maar door de huidige lage stand van de intrestvoeten valt ook dat heel goed mee. Zo liggen de tarieven voor een profijtkrediet van Argenta volgens het tariefblad van de bank slechts 0,10% hoger voor wie 100% wil lenen dan voor wie 80% leent. Bij Belfius bedraagt het geafficheerde verschil 0,12%.
Langere spreiding
Essentieel is dat u de afbetaling financieel kan dragen. En ook hier speelt de lage rente in het voordeel.
Voor een lening van 150.000 euro op 20 jaar tegen 2,50% vaste rente moet u gedurende 240 maanden telkens 792,80 euro neertellen. Dat brengt de totale intrestfactuur voor die hele periode op 40.270,90 euro.
Is die afbetaling te zwaar, dan kunt u opteren voor een spreiding over een langere periode, bijvoorbeeld 25 jaar. Dan betaalt u voor diezelfde lening gedurende 300 maanden telkens 670,80 euro af, wat de totale intrestfactuur op 51.239,12 euro brengt.
Dit is inderdaad een pak meer aan intresten, maar in Vlaanderen kunt u vijf jaar langer genieten van het fiscale voordeel van de woonbonus. Die geeft u elk jaar tot 1.520 euro x 40% of 608 euro aan belastingvermindering. Vijf jaar extra betekent toch ook 3.040 euro.
Bron: spaargids.be
.jpg)
Wie is verantwoordelijk voor kleine herstellingen en onderhoud?